Onze aanpak

 

Ik adviseer u met plezier over veilig en gezond werken met gevaarlijke stoffen.
Hoe doe ik dat? Mijn eerste analyse bestaat uit een werkplekbeoordeling waarna ik een (kosteloos) advies uitbreng.

 

Dit advies bevat altijd de volgende elementen

  1. Om welke stoffen gaat het en wat is de mate van blootstelling?     
  2. Hoe ziet de werkplek eruit: hoe wordt blootstelling voorkomen?
  3. Zijn luchtmetingen noodzakelijk?
  4. Is biomonitoring noodzakelijk?
  5. Wat zijn de gezondheidsrisico’s en wat is de inhoud van het medisch/ arbeidsgezondheidskundig onderzoek?

 

Mijn verhaal

Tijdens het werk voor ArboNed kwam ik als bedrijfsarts in Zeeuws-Vlaanderen voor het eerst in contact met de risico’s van chemische stoffen. Zeeuws-Vlaanderen is een regio met prachtige natuur en veel chemische industrie. Hieronder staan twee cases die diepe indruk op mij hebben gemaakt en die mij gemotiveerd hebben mij te specialiseren in de arbeidstoxicologie.

“Case gifwolk”
Ik werd gebeld door een klant met de vraag om voorlichting te geven over de gezondheidseffecten van titaniumtetrachloride. Wat was er aan de hand? Deze klant, een machinefabriek, was betrokken geweest bij onderhoudswerkzaamheden bij een fabriek waar pigmenten worden gemaakt. Zij hadden hier nog nooit eerder gewerkt en op de eerste werkdag ging het direct mis. Tijdens werkzaamheden in de productiehal trad er plotseling een lek op, waardoor er een grote hoeveelheid titaniumtetrachloride ontsnapte. Deze stof reageert met water tot zoutzuur, waardoor er in de lucht een ondoordringbare mist van zoutzure dampen ontstond. De werknemers van de machine fabriek zijn naar de controlekamer gerend om te ontsnappen. De mist werd steeds dichter en dichter en er was één medewerker van een ander bedrijf die de weg niet meer wist te vinden. Ondanks zijn adembescherming is deze man bezweken aan de inademing van deze dampen.

De medewerkers in de controlekamer hebben gelukkig allemaal het incident overleefd maar wel benauwde uren doorgebracht. Na afloop van dit incident wilde de machinefabriek informatie over de lange termijn effecten en wilde men medisch onderzoek verrichten.

Ik heb vervolgens een avond georganiseerd met een presentatie over de gezondheidseffecten van titaniumtetrachloride en de te nemen stappen. De avond was een avond met emoties, des te meer omdat de veiligheidsman van de pigmentfabriek persoonlijk vertelde, dat hij de man die verdwaald was, tevergeefs had gereanimeerd.

“Case polyneuropathie”
Tijdens de verzuimbegeleiding kwam ik als bedrijfsarts in contact met een werknemer die zich volgens zijn baas te vaak ziek meldde. Hij was metaalbewerker en zijn baas dacht dat zijn ziekmeldingen te maken had met zijn forse drankgebruik. Ik zag deze man daarom vaak bij spoedcontroles. Deze man had inderdaad een drankprobleem waarvoor hij uiteindelijk medisch behandeld werd met pillen (Antabus). Ondanks de medicatie ging het geleidelijk steeds slechter: hij kreeg tintelingen en gevoelloosheid van de handen en voeten, evenwichtsstoornissen en problemen met lopen. Ook had hij krachtsverlies. Hij kreeg zodoende de diagnose “polyneuropathie e causa ignota”, wat wil zeggen een aandoening van de zenuwbanen zonder duidelijke oorzaak. In een periode van twee jaar tijd takelde deze man steeds verder af en raakte uiteindelijk volledig arbeidsongeschikt. Tijdens de ziekteperiode is er onderzoek gedaan naar de mogelijke oorzaak maar die is nooit gevonden. Totdat hij bij een Belgische neuroloog kwam die concludeerde dat de medicatie de boosdoener was. Antabus is een stof die giftig is voor het zenuwstelsel en deze man had dus ernstige blijvende schade opgelopen door dit middel.  

Deze praktijkervaringen hebben mij geraakt en geïnteresseerd in de toxicologie. Deze ervaringen hebben mij geleerd sindsdien zaken tot de bodem toe uit te zoeken, dus geen genoegen te nemen met de dokter’s diagnose: “e causa ignota” ofwel “de dokter weet de oorzaak niet”. 

Tijdens mijn periode bij ArboNed ontwikkelde ik cursussen en was ik docent aan het opleidingscentrum. Door mijn deskundigheid werd ik uiteindelijk landelijk adviseur en mocht ik programma’s voor biomonitoring uitvoeren en coördineren. In die jaren heb ik met plezier een uitgebreid netwerk opgebouwd. Na de oprichting van toxguide in 2011 heb ik een samenwerkingsovereenkomst getekend met ArboNed, waardoor ik nog regelmatig met ex-collega’s samenwerk. Dit is een leuke afwisseling en bovendien een groot voordeel voor onze gezamenlijke klanten.